Formuleren is een belangrijk onderdeel van het vak Nederlands in de bovenbouw. Leerlingen leren om fouten te herkennen en om te voorkomen dat zij zelf formuleringsfouten maken. Toch kunnen fouten wel heel grappig en zelfs leerzaam zijn, zoals bij de fragmenten van Draadstaal, De vliegende panters en De speld. Dat de juiste regels voor veel verwarring kunnen zorgen blijkt uit de de twee fragmenten uit Keek op de week over als en dan en dat en wat. Je mateloos ergeren aan formuleringsfouten kan natuurlijk ook, zo blijkt uit het fragment uit Toren C. Wat ook kan is mooi formuleren, door het gebruik van stijlfiguren. Arjen Lubach is daarin kampioen. Dat bewijst hij in drie filmpjes. Soms wordt er te moeilijk geformuleerd. Politici en ambtenaren zijn daar kampioen in, maar Ronald Snijders kan er ook wat van. En wat dacht je van de taal maar gewoon aanpassen? Dan is gewoon alles goed en zijn er ook geen oordelen meer over taal, zoals Rayan Panday voorstelt.